“Ik zie dat mijn coachee ook veel normaal pubergedrag heeft, en dat niet alles per se aan zijn autisme ligt.”
1. Mensen met autisme begrijpen de sociale regels vaak niet. Dus kijk niet vreemd op als de jongere je bijvoorbeeld bij het eerste contact geen hand geeft. Iemand met autisme wil niet onbeleefd zijn als hij of zij je niet aankijkt.
2. Als de puber bijvoorbeeld verbaasd of boos kijkt, verwacht dan geen daarop afgestemde reacties.
3. Ga ervan uit dat je puber het meest deskundig is over zichzelf. En niet jij als coach. Wacht met het geven van je eigen mening en geef hem de tijd zijn verhaal te doen, zonder dat je steeds inbreekt.
4. Pubers voelen haarfijn aan wanneer je iets anders zegt dan je bedoelt. Voor veel pubers met autisme geldt dat nog sterker. De coachee kan dan bijvoorbeeld stug reageren, of helemaal niet.
5. Stel neutrale vragen: voorkom dat je het voor de puber invult. Als je gaat zeggen wat hij voelt, en denkt (en mankeert), is de kans groot dat hij zich voor je afsluit. Soms krijg je dingen te horen die je niet zo leuk vindt. Natuurlijk is het onmogelijk om blanco te blijven bij alles wat je hoort. Zeker als het om gevoelige onderwerpen gaat. Stel je bescheiden op. Gesprekken over pijnlijke onderwerp, bijvoorbeeld over buitengesloten worden, lopen vaak stroef omdat de puber zich afvraagt wat je van hem zult vinden als je het hele verhaal hebt gehoord. Hoe neutraler je reageert, hoe veiliger hij zich voelt. Kom niet direct met adviezen en oplossingen. Dat kan later altijd nog.
6. Een gesprek is geen verhoor: stel niet te veel vragen achter elkaar. Dat ervaren pubers vaak als een verhoor. Je kunt beter bevestigend hummen en hoe-vragen stellen. Een vraag als ‘hoe was dat voor jou?’ klinkt gekunsteld, maar kan wel verrassende antwoorden opleveren.
7. Veel pubers voelen meer contact als coaches hun gevoelens delen dan wanneer ze hun rationele argumenten geven.
8. Als je over een probleem wilt praten en aangeeft wat jij belangrijk vindt moet je daarna aandachtig luisteren naar je coachee. Je kunt hem vervolgens aanspreken op zijn vermogen om het probleem zelf op te lossen. ‘Wat ga jij hieraan doen? En wat zou je willen waarmee ik je zou kunnen helpen.
9. Uit je waardering: maar overmatig prijzen heeft geen enkel effect. Dat is ongeloofwaardig. Zeg liever heel concreet wat je ziet en wat je daar goed of bijzonder aan vindt. ‘Wat heb je dat goed gezegd.’ Of: ‘Wat lief dat je met je vriendin mee naar huis reed. Dat zal haar gesteund hebben.’ Dat maakt duidelijk dat je hem echt ziet en waardeert
10. Vergeet niet te lachen: communiceren met pubers gebeurt vaak serieus, op het randje van stress en strijd. Coaches en pubers mogen elkaar best plagen met minder gezellige gewoontes en eigenschappen. Pubers kunnen dat heel goed hebben, vooral jongens. Humor en een beetje provoceren halen de scherpe kantjes eraf.